De vraag van Verbruggen Food Group
Op een mooie locatie in Haps, direct gelegen aan de A73 richting Cuijck ontwikkelde Verbruggen Foods Group een prachtig nieuw pand. Eind 2020 kwamen we met elkaar in gesprek en deelde we de ambities met betrekking tot het nieuwe gebouw en de buitenruimte met elkaar. Het gebouw en de buitenruimte moest volgens de principes van BREEAM gebouwd en aangelegd worden. Dat wil zeggen dat er op het gebied van duurzaamheid en inrichting van leefgebieden voor dieren rekening gehouden moet worden met de inrichting maar ook het onderhoud.
BREEAM in de praktijk
NLG buitenkansen had ervaring in de uitwerking van deze plannen en was daarmee een goede gesprekspartner om in de voorbereiding van de bouwfase samen met projectontwikkelaar, externe ecoloog en klant invulling te geven aan een goede combinatie tussen inrichting voor de beoogde doeltypen aan dieren en de beoogde uitstraling die de klant voor ogen had. Dit leverde goede inzichten op. Vanuit ecologisch perspectief zijn bijvoorbeeld hoog opgaande struweelbeplanting een walhalla voor bijvoorbeeld vogelsoorten. Maar als dit in de tuin recht voor de entree bedacht wordt, dan ontstaat een ongewenste situatie vanuit decoratief oogpunt.
Op advies van NLG vertaalde we het ecologisch inrichtingsplan, in goede afstemming met de ecoloog, tot een passend inrichtingsplan. In dit plan zijn alle principes van BREEAM vertaald én is rekening gehouden met uitstraling en beheer en onderhoud.
In planfase al afstemmen met de civiele aannemer
Als duidelijk is waar, welke typen groeninrichting en waar bomen komen, maken wij de vertaling naar de eisen die met name de ondergrond en bodem stelt om een duurzame en vitale inrichting te behouden.
Een bloemrijke kruidenvegetatie stelt andere eisen aan de bodem dan een vaste plantenborder of gazon. Voor een goede standplaats voor de bomen is het van groot belang dat de bomen ondergronds voldoende doorwortelbare ruimte tot hun beschikking hebben. Daarmee wordt bijvoorbeeld de kans op wortelopdruk van bestratingen sterk verminderd en zal de boom vitaler zijn en zich beter ontwikkelen.
Deze fase wordt in de meeste bouwprojecten onderschat met als gevolg dat de groeninrichting als sluitpost na het afronden van alle infrawerken opgeleverd wordt door de groenvakken te voorzien van een dun laagje teelaarde met vaak een verdichtte ondergrond. De groeninrichting zal hier niet duurzaam in kunnen ontwikkelen waardoor de vitaliteit minder is, de beplanting niet goed sluit, sneller vervangen moet worden en de onderhoudskosten hoger blijven. Een goede maar vooral gerichte investering in de kwaliteit van de ondergronden voorkomt onnodige kosten in beheer en geeft vooral een betere en vitalere groen inrichting.
Door in dit project vroegtijdig betrokken te zijn, is er optimaal rekening gehouden met groeiplaatsomstandigheden.
Het resultaat is een prachtige én functionele BREEAM goedgekeurde bedrijfstuin.